Skip to main content

Acuut hartinfarct

Verstopping van de kransslagader

De hartspier wordt van zuurstof voorzien door drie kransslagaders of coronaire arteriën, die op de hartspier lopen. Bij een hartinfarct (of hartaanval, acuut coronair syndroom) ontstaat plots een verstopping in een kransslagader, waardoor de hartspier in zuurstofnood komt en een deel van de hartspier stopt met samentrekken. Bij het optreden van een hartinfarct of acuut coronair syndroom is een urgente medische interventie noodzakelijk, om te vermijden dat er blijvende schade aan de hartspier (hartfalen) of een hartstilstand optreedt.

SYMPTOMEN

De belangrijkste symptomen van een hartaanval zijn een plots optredende drukkende of toesnoerende pijn op de borst (‘alsof er een gewicht op de borstkas ligt’). De pijn kan uitstralen naar de schouders, armen, hals, kaak of rug. De pijn kan op- en afgaand zijn. Vaak zijn er geassocieerde symptomen zoals kortademigheid, misselijkheid, koud zweten of algemeen onwel zijn.

Indien u de symptomen van een hartaanval langer dan 5 minuten ervaart in rust, contacteer dan dringend uw huisarts of de medische hulpdiensten via het nummer 112.

OORZAAK

Een hartaanval ontstaat wanneer een kransslagader of coronaire arterie plots volledig of bijna volledig afgesloten geraakt. Dit is meestal het gevolg van een reeds bestaande vernauwing in de kransslagader (kransslagaderverkalking of atherosclerose) die plots openscheurt en een bloedklonter vormt in het bloedvat. Hierdoor wordt de kransslagader plots afgesloten.

De belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van kransslagaderverkalking of atherosclerose zijn:

Hoe meer risicofactoren een patiënt heeft en hoe langer deze aanwezig zijn, hoe groter de kans op het ontwikkelen van een vernauwde kransslagader en angina pectoris.

ONDERZOEKEN

Een hartinfarct wordt vastgesteld door het nemen van een elektrocardiogram (ECG) op de spoedopname. Daarnaast zal een bloedafname gebeuren om harttesten (enzymen) te bepalen, aan de hand waarvan een inschatting kan worden gemaakt van de ernst en uitgebreidheid van het hartinfarct.

BEHANDELINGEN

Hoe sneller de behandeling kan worden gestart, hoe groter de kans dat de schade aan de hartspier beperkt blijft.

Medicatie

Op de spoedopname zal bloedverdunnende medicatie worden toegediend om de klonter te beginnen oplossen. Daarnaast wordt ook gestart met medicatie voor cholesterol, bloeddruk of ondersteuning van de hartspier. Bij uitgesproken pijnklachten wordt pijnstillende medicatie toegediend.

Hartkatheterisatie met stentplaatsing

Om de verstopte kransslagader zo snel mogelijk te openen, wordt een hartkatherisatie of coronarografie uitgevoerd. Hierbij wordt in de operatiezaal via de arm of de lies doorheen de bloedvaten een buisje opgeschoven tot in de kransslagaders, waarna video- opnames worden gemaakt om de verstopping te lokaliseren in de kransslagader.

Als het nodig blijkt, wordt aansluitend een stentplaatsing of percutane coronaire interventie (PCI) verricht. Hierbij wordt de verstopping of vernauwing met een kleine ballon open geblazen, waarna een metalen stent wordt achtergelaten, zodat de bloedstroom en zuurstoftoevoer in de kransslagader worden hersteld en het hart opnieuw normaal gaat samentrekken.

Hartoperatie

Bij sommige patiënten met een hartaanval is het niet mogelijk om een stent te plaatsen. In dit geval moet er soms geopteerd voor een open hartoperatie met plaatsen van overbruggingen.

Hartrevalidatie

Bij ontslag uit het ziekenhuis zal ambulante hartrevalidatie aan de patiënt worden voorgesteld. Dit is een medisch begeleid oefenprogramma om de hartspier en het lichaam opnieuw te versterken na het doormaken van een hartinfarct. Daarnaast wordt er tijdens de hartrevalidatie aandacht besteed aan medicatie, wijzigingen in de levensstijl en preventie van een nieuw hartinfarct in de toekomst.

MEER INFORMATIE