Hartfalen is een term die gebruikt wordt om aan te duiden dat het hart verzwakt is en niet meer werkt zoals een gezond hart. Hierdoor wordt er onvoldoende bloed doorheen het lichaam gepompt en krijgen de organen, zoals de nieren en hersenen, minder voedingsstoffen en zuurstof. Dit falen leidt uiteindelijk tot allerlei symptomen.
Hartfalen is een ernstige aandoening is en heeft een weerslag op vele facetten van het leven en de gezondheid. Naargelang de oorzaak zal er vaak een evolutie zijn naar een chronische aandoening en zal men doorheen de tijd meer en meer klachten ervaren. In de meeste gevallen is er geen volledige genezing mogelijk.
Afhankelijk van de oorzaak van het hartfalen bestaan er verschillende behandelingen. Deze hebben als doel de klachten en ongemakken die door het hartfalen veroorzaakt worden zoveel mogelijk te verminderen en onder controle te houden (symptoombehandeling) en de ziekte zo lang mogelijk stabiel te houden.
Bij een verminderde (pomp)functie gaat het lichaam bepaalde compensatiemechanismen in werking stellen waardoor het hart een zekere periode toch zijn functie kan uitoefenen. Een van de belangrijkste mechanismen zijn zout- en vochtophoping. Hierdoor komt er meer vocht in het bloed en lichaam en kan een gezonde bloeddruk, welke nodig is voor een goede bloeddoorstroming doorheen het lichaam, bereikt worden. Helaas betekent dit mechanisme op langere termijn een nog grotere belasting voor het reeds verzwakte hart, waardoor het uiteindelijk gaat falen en er bijgevolg te veel vocht in uw lichaam (longen, buik, benen, enkels) opgestapeld wordt. Volgende symptomen kunnen wijzen op hartfalen:
Er bestaan verschillende aandoeningen die hartfalen kunnen veroorzaken, zoals:
Er bestaan verschillende soorten hartfalen:
Hartfalen wordt vermoed op basis van bepaalde symptomen en vaststellingen tijdens het klinisch onderzoek. Verdere uitwerking gebeurt via het maken van een longfoto en het uitvoeren van bepaalde bloedtesten (BNP en NT pro-BNP). Er zal steeds ook een hartfilmpje uitgevoerd worden (elektrocardiogram). Hierbij zien we of er afwijkingen zijn aan het hartritme of tekenen van een doorgemaakt hartinfarct. Een afwijking op het hartfilmpje kan aanwijzingen geven dat je hartfalen hebt.
Als bovenstaande onderzoeken wijzen in de richting van hartfalen, dan zal er aanvullend een echografie gebeuren van het hart (echocardiografie). Een echo geeft informatie over de werking van de hartspier waarbij we kijken naar de pompfunctie van het hart (uitgedrukt in ejectiefractie) en de werking van de kleppen. Het geeft ons ook een idee omtrent de vullingsdrukken in het hart. Meestal kan de diagnose van hartfalen hiermee bevestigd worden.
Voor het opsporen van de onderliggende oorzaak van hartfalen is een bloedanalyse belangrijk. Er wordt vaak ook een coronarografie uitgevoerd om onderliggende kransslagaderziekte op te sporen en eventueel ook een MRI van het hart die ons een goed beeld geeft van de hartspier zelf.
De behandeling bij hartfalen bestaat uit medicatie en adviezen voor levensstijl wijziging. Soms kan ook de oorzaak weggenomen worden (klepoperatie, bypass, stent…) of is een speciale behandeling mogelijk. Voor een optimale behandeling is een goede samenwerking tussen uw huisarts, cardioloog, hartfalenverpleegkundige en uzelf aangewezen.